Op ontdekking in het kleurrijke vissersdorpje Villajoyosa

Soms kom je ergens en wil je het liefst dat plekje voor jezelf houden. Dat overkwam mij tijdens ons bezoek aan Villajoyosa, maar toch wil ik het ook met jullie delen. Waarom? Omdat het gewoon zo ontzettend mooi is en het wat mij betreft echt een absolute must is om te bezoeken tijdens een vakantie aan de Costa Blanca. De meesten komen misschien niet verder dan Benidorm, maar geloof mij, de Costa Blanca heeft zoveel meer te bieden dan alleen maar zee, strand en volle boulevards!

Natuurlijk tref je in Villajoyosa ook zee, strand en een boulevard aan, maar toch heb je hier nog heel duidelijk het gevoel dat je alleen bent. Het kleine vissersdorpje ligt tussen Benidorm en Alicante en geldt als één van de mooiste dorpjes aan de Costa Blanca en toch wordt het, gelukkig, nog niet overspoeld door massa toeristen.

Villajoyosa, de vrolijke stad

Villajoyosa doet wat dat betreft in alle opzichten haar naam eer aan. In tegenstelling tot de meeste mooiste dorpjes van Spanje is dit bepaald niet zo’n typische ‘pueblos blancos’. Hier vind je geen witte huisjes, maar vooral veel kleur. Kleur in alle soorten, van blauw tot rood, van groen tot oranje. Alle kleuren kom je hier wel tegen en dat alleen al zorgt er voor dat je met een glimlach door dit stadje wandelt.

De reden voor al die kleurrijke huisjes aan het strand is eigenlijk heel simpel. Zo wisten de lokale schippers precies waar ze naar toe moesten als hun vaart er op zat en ze huiswaarts keerden.

Prachtig brede strand met boulevard

Wat direct op valt is het brede strand en dan vooral ook de kilometerslange boulevard. Overal vind je speeltuintjes voor de kinderen, maar ook gezellige terrasjes en bankjes van waar je kunt genieten van het prachtige uitzicht. Wat ook opvalt, zijn de vele prachtige palmbomen op het strand.

Aan de ene kant van de boulevard vind je de kleurrijke huisjes terwijl je aan de andere kant de hotels en restaurantjes treft. Ook dit gedeelte is leuk om even langs te lopen, maar het mooiste is natuurlijk het gedeelte met de kleurrijke huisjes.

Hoewel de temperatuur begin maart rond de 26 graden lag, was het niet direct strandweer. Daarvoor stond er teveel wind, maar het scheelt dat wij ook bepaald geen strandmensen zijn en er meer van genieten om door zo’n stadje te slenteren. Dat is dan ook precies wat wij hebben gedaan.

Kijk verder dan alleen de boulevard

Natuurlijk is er vanaf de boulevard al genoeg te zien en te genieten, maar vergeet vooral ook niet om verder te kijken. Loop naar het einde van de boulevard en ga dan gewoon ergens een steegje in. Het voelt misschien als een soort van doolhof, maar alle steegjes brengen je uiteindelijk weer terug naar het strand.

Het zijn vaak kleine huisjes, sommige zijn misschien toe aan een opknapbeurt, maar dat heeft ook zijn charmes. Het bevestigt in mijn ogen ook het authentieke van dit stadje waar vooral nog ouderen wonen.

Wat heeft Villajoyosa nog meer te bieden?

Naast de kleurrijke huisjes aan het strand en de gezellige boulevard heeft Villajoyosa nog iets leuks te bieden. Hier vind je in ieder geval wel de toeristenbussen, want in Villajoyosa staat namelijk dé chocoladefabriek van Spanje, Valor. Hier kun je niet alleen heerlijke chocola kopen, maar kun je ook een rondleiding krijgen in de fabriek en op die manier meer te weten te komen over het verwerkingsproces.

Wij hebben dit zelf niet gedaan, maar dat was meer omdat we vrij lang in het stadje zelf zijn gebleven en daardoor te weinig tijd hadden om ons nog te kunnen aanmelden voor een rondleiding. Wie weet bij een volgende bezoek aan dit prachtige stadje, want terug willen we zeker nog een keer.

Handige informatie

• gratis parkeren kan op de grote parkeerplaats bij de rotonde bij de chocoladefabriek Valor. Vanuit hier loop je in nog geen tien minuten naar het strand
• Villajoyosa ligt op zo’n 15 km van Benidorm
• Het strand is onder meer bereikbaar via een park waar je zowel via trappen als roltrappen richting het strand kunt gaan. Het is dus goed bereikbaar voor mensen die minder goed ter been zijn.

Zou jij een kijkje willen nemen in Villajoyosa?

Mooie dagtrip aan de Costa Blanca? Bezoek het eiland Tabarca

De Costa Blanca staat voor veel mensen gelijk aan Benidorm, zon, zee en strand. Dat klopt natuurlijk ook, maar de Costa Blanca heeft veel meer te bieden. Zo waren wij niet alleen onder de indruk van Altea, Villajoyosa en de bergrit naar het achterland. Ook ons bezoek aan het voormalige pirateneiland Tabarca maakte indruk. Dit eiland is het kleinst bewoonbare eiland van Spanje en ligt voor de kust van Alicante. Wij verbleven hier slechts een paar uurtjes, maar genoten volop.

Tabarca, ook wel Pirateneiland, genoemd

Tot het einde van de 18e eeuw hebben piraten Tabarca namelijk als toevluchtsoord gebruikt, maar dankzij de Spaanse koning Carlos III kwam hier abrupt een einde aan. Hij wilde het eiland beschermen tegen de piraten en zorgde voor een deal met de koning van Tunesië. Laatstgenoemde had namelijk de inwoners van een Spaans eiland voor de kust van Tunesië gevangengenomen en koning Carlos kocht deze ‘gevangenen’ en liet ze vervolgens wonen op Tabarca. Om te voorkomen dat het eiland alsnog in handen viel van piraten werd er een verdedigingsmuur en een fort gebouwd.

Wat kun je verwachten op Tabarca?

Met slechts een lengte van 1.800 meter en een breedte van 400 meter is Tabarca het kleinste eiland van Spanje waar nu nog mensen wonen. Nog geen tachtig mensen wonen er tegenwoordig, vooral werkzaam in de horeca of toeristische sector, want andere vormen van bedrijvigheid vind je hier totaal niet. Verwacht echter geen enorm aanbod aan winkeltjes, want ik ben er tijdens onze wandeling door het dorp slechts eentje tegengekomen, verder vooral de nodige horecatentjes.

Grotendeels nog gesloten omdat het nog maar begin maart was en er nog niet zoveel bootjes met toeristen richting het eiland vertrekken. Zoals gezegd is het eiland vrij klein, aan de ene kant vind je een oud vissersdorpje, aan de andere kant vooral natuur en de vuurtoren. Begin maart hadden we even het gevoel het eiland compleet voor ons zelf te hebben. Dat was natuurlijk niet zo, maar ik gok dat we op dat moment met hooguit vijftig mensen op het eiland waren.

Het voelde alsof we in een compleet verlaten dorpje waren beland of waar de bewoners nog in hun winterslaap waren om zich voor te bereiden op een nieuw zomerseizoen.

Waarom Tabarca een leuke uitstap is?

Nou, ten eerste vanwege de overtocht met de super snelle watertaxi. In amper twintig minuten waren we vanuit de haven in Santa Polo op het eiland. De heenweg verliep vrij soepel, maar op de terugweg moesten we vol tegen de golven in en dat maakte het ietwat spannender dan ik had gehoopt, maar al met al is het een leuke beleving.

Ten tweede, wie wil er nu niet een compleet eiland voor zich alleen hebben? Okay, dat was niet helemaal het geval, maar doordat de mensen zich al snel spreiden, krijg je wel dat gevoel. Ik vond het in ieder geval heerlijk om door het vissersdorpje te slenteren. Het gevoel te hebben dat we de enigen waren, dat alles nog in winterslaap was en dan in te beelden dat dit in het hoogseizoen een compleet andere beleving zou zijn. Nu zagen we een bejaarde man op zijn gemak rondslenteren met zijn rugzak vol lootjes in de hoop dat die vroege toeristen zich er toe zouden laten verleiden.

Ook qua natuur heeft Tabarca genoeg mooie plekjes te bieden. Wij liepen op onze gemak het hele eiland rond en genoten onderweg van de mooie uitzichten. Aan de ene kant het vissersdorpje, aan de andere kant de kliffen en de grillige rotsen terwijl we in de verte de vuurtoren zagen. Helaas is deze niet toegankelijk voor het publiek, maar toch spreekt het ergens tot de verbeelding.

Natuurlijk kun je ook overal een duik in het frisse water nemen. Zeker snorkelliefhebbers komen graag naar Tabarca om voor de kust te snorkelen. Het zijn niet direct activiteiten waar wij warm voor lopen, maar ik kan me best voorstellen dat het voor veel toeristen een leuk tijdverdrijf is.

Wat ook een leuke bijkomstigheid is van dit eiland, is dat het namelijk autovrij is. Je ziet hooguit wat golfkarretjes rondrijden om de horeca te bevoorraden of eventueel het autootje van de lokale politie.

Horeca & overnachting

Tabarca kent vele horecatentjes en je schijnt er super lekkere paella te kunnen eten. Begin maart was helaas nog niet alles open en dat betekende in ons geval dat we alleen wat hebben gedronken op het eerste terras dat we tegenkwamen. Ook helemaal prima, maar mocht je er wel willen eten, hou er dan rekening mee dat het over het algemeen wat duurder is dan op het vaste land.

Wil je overnachten op dit bijzondere eiland? Dat kan, er zijn een handjevol hotels, maar deze oogden begin maart vrij verlaten.

Kortom, Tabarca is een aanrader

Wat ons betreft zou je echt een dagje voor dit eiland moeten uittrekken. Een paar uurtjes is trouwens ook prima als je de vroege boot neemt. Het is bijzonder om rond te lopen op een eiland wat grotendeels verlaten is. Waarr het voelt alsof de tijd heeft stil gestaan. Het bezorgde ons in ieder geval een ultiem gevoel van ontspanning doordat het enige wat we hoorden het geluid van de golven en de meeuwen was. Heerlijk!

Aanvullende informatie:

• vervoer naar Tabarca uitsluitend per boot. Wij boekten online tickets bij Tabarca Water Taxi en reserveerden voor de boot van 10.00 uur. Terug was mogelijk om 13.30 uur of 16.30 uur, wij kozen voor de boot van 13.30 uur. Wij betaalden voor onze overtocht € 10,= per persoon
• de watertaxi vertrekt uit de haven van Santa Polo, vlakbij Alicante. De overtocht duurt zo’n twintig minuten.
• gratis parkeren is mogelijk vlakbij de haven van Santa Polo, in de haven is betaald parkeren.

Zou jij Tabarca willen bezoeken?

Altea, de verrassende parel van de Costa Blanca

De meeste mensen denken bij de Costa Blanca onmiddellijk aan Benidorn,  maar vergeten vaak dat deze regio veel meer te bieden heeft. Zoals bijvoorbeeld het stadje Altea, op zo’n vijftien kilometer van Benidorm. Dit stadje heeft in tegenstelling tot grote broers Benidorm en Calpe zijn authenticiteit volledig behouden. Dat zul je misschien in eerste instantie niet zeggen als je niet verder komt dan de boulevard. Maar geloof mij, Altea heeft veel meer te bieden dan alleen deze boulevard. Nieuwsgierig geworden? Ga je dan gezellig met mij mee op ontdekking in het oude gedeelte van Altea?

Altea, meer dan een boulevard met horecatentjes

De meeste vakantiegangers komen misschien niet verder dan de boulevard met zijn horecatentjes en brede strand. Op zich een prima plek om te vertoeven en zeker ideaal om ergens op een terrasje neer te ploffen. Toch is dit wat mij betreft niet het mooiste gedeelte van Altea, daarvoor moet je echter wel een stukje lopen. Of beter gezegd, een stukje klimmen, want het oude gedeelte ligt op een heuvel en is van verre gemakkelijk te herkennen aan de kerk, ´Iglesia parroquial de Nuestra Señora del Consuelo´. Dit beroemde bouwwerk valt namelijk in de wijde omgeving al op vanwege zijn koepels die belegd zijn met felblauwe tegels.

Het oude centrum van Altea

Zoals gezegd is de kerk dé trekpleister, maar voordat je op het plein bent, moet je wel eerst de nodige trappen beklimmen. Voor mensen die minder goed ter been zijn, wordt het dan ook best wel een lastige opgave om het oude centrum te bezoeken.

Eenmaal boven heb je niet alleen een fantastisch uitzicht over Altea met zijn witte huisjes, maar zie je ook in de verte de skyline van Benidorm en de beroemde rots van Calpe in de zee liggen aan de andere kant. Alleen daarvoor zul je je al aan de beklimming wagen! Beide uitzichtpunten worden duidelijk aangegeven en kun je dus niet missen op je wandeling door het oude centrum.

Een wirwar van steegjes

Het oude centrum van Altea is op zich vrij compact, maar toch ontdek je steeds weer wat nieuws. Dwalend door de steegjes kom je steeds weer op nieuwe plekken terecht, maar uiteindelijk leiden alle steegjes je uiteindelijk naar het grote plein met zijn terrasjes en de beroemde kerk.

In dit gedeelte van Altea vind je ook diverse goede restaurants waar je dagelijks kunt genieten van verse vis en de lekkerste tapas zoals bij Xef Pirata. Wat ook zeker een aanrader is, is patisserie de Sabors. Ik garandeer je dat je hier de lekkerste koffie met gebakje krijgt!

Behalve de nodige horecagelegenheden tref je in dit gedeelte ook nog een paar winkeltjes aan. Verwacht hier echter geen winkeltjes met typische souvenirs, maar vooral winkeltjes met een wat meer bohemienachtige karakter. Overige kledingwinkels vind je trouwens in het gedeelte direct achter de boulevard en kom je ongetwijfeld tegen als je op weg gaat naar het oude gedeelte.

Waarom ik op slag verliefd werd op Altea?

Heel simpel, ik heb een zwak voor dit soort stadjes. Stadjes die op het oog een verborgen kant hebben en zeker buiten het hoogseizoen niet bevolkt worden door busladingen toeristen. Zeker het oude gedeelte met zijn wirwar aan steegjes waarbij je continu weer wat nieuws ontdekt en je van de ene verbazing in de andere valt. Ik hou ervan, ook al moet ik er dan wat moeite voor doen, het is het gewoon waard.

Want zeg nu zelf, dit soort uitzichten? Daar doe je het toch gewoon voor? Wij hebben er in ieder geval iedere keer enorm van genoten. Datzelfde geldt ook voor de kerk met blauwe koepels, een opvallende verschijning en zeker van ver af een herkenbaar punt.

Daarnaast vind ik het heerlijk dat een stad met zo’n 24.000 inwoners zo’n oude gedeelte heeft waar je ook de lokale bevolking treft. Heerlijk om door heen te slenteren en even het gevoel te hebben dat je de enige buitenlander bent, want aan de boulevard hoor je vroeg of laat wel Nederlands om je heen. Kortom, wat mij betreft is een bezoek aan Altea, en dan vooral het oude gedeelte, een absolute must als je vakantie viert aan de Costa Blanca.

Handige informatie:

• Altea ligt op zo’n 15 kilometer van Benidorm en zo’n 50 km van Alicante waar je meestal op vliegt indien je kiest voor de Costa Blanca
• Parkeren in Altea kan op diverse parkeerplaatsen, deze liggen meestal aan de rand van het stadje en worden met borden duidelijk aangegeven.
• Het oude gedeelte bereiken, is gewoon een kwestie van richting de kerk met de blauwe koepels te lopen. Vroeg of laat kom je bij een straatje terecht dat al dan niet steil omhoog gaat.

Zie jij jezelf al door Altea slenteren?

De hoogtepunten van ons weekje Costa Blanca

Na de Algarve in Portugal (2017) en de Costa del Sol in Spanje (2019) vormde dit jaar de Costa Blanca in Spanje het decor om aan de winter te ontsnappen. Een weekje zon, of beter gezegd, een weekje zomer in de winter. Ik kan het je aanraden hoor! Vanaf mijn allereerste voetstap op Spaanse bodem voelde ik mij weer mens na al die weken c.q. maanden van binnen hangen. We hebben dan ook van elke minuut genoten! Veel gezien, veel gedaan én vooral veel gelopen. Uitgebreide blogs volgen natuurlijk nog, maar voor nu alvast de hoogtepunten van ons weekje Costa Blanca!

Een zomerse vakantie in de winter

Voor wie de mogelijkheid heeft en het ook graag wil, kan ik je het echt aanraden. Na maanden met regen en wind, hadden we nu een weekje zon. Nog steeds wel veel wind op sommige dagen, maar dat mocht onze pret niet drukken. De zon scheen tenslotte en dat betekende dat we elke dag buiten waren. Buiten ontbijten, buiten lunchen en vooral urenlang buiten zijn. Zo enorm gemist, maar wat voelde ik me vanaf het moment dat we in Alicante zijn geland weer mens! Oh ja, het was meestal zo rond de 24 graden met uitschieters naar boven. ’s Avonds koelde het dan af naar zo’n 17 graden, maar al met al dus prima te doen!

Het oude centrum van Altea

Voor onze uitvalsbasis kozen we voor één van de mooiste plekken aan de Costa Blanca, namelijk Altea. Redelijk dicht in de buurt van Benidorm, maar dan zonder de hoge hotels en de drukte. Voor mijn gevoel bestaat Altea uit drie delen, namelijk de boulevard met zijn vele horecatentjes en ligging aan de zee, dan het middendeel met de winkels en tenslotte het hoger gelegen oude centrum.

Dat deel is wat ons betreft echt het mooiste deel van Altea. Een wirwar van kronkelende steegjes met allemaal witte huisjes en gevulde bloembakken. Prachtige uitzichten op zowel Altea als op Benidorm met de hoge flats in de verte en zoals hierboven op de rots van Calpe. Ja, je moet er wat trappetjes voor beklimmen, maar geloof mij, het is het echt allemaal waard!

Het kleurrijke vissersdorpje Villajoyosa

Kenmerkend voor de meeste mooie stadjes in Spanje zijn de witte huisjes, maar dat geldt dus niet voor Villajoyosa. Onder de rook van Benidorm heeft dit vissersdorpje zijn authentieke charme behouden en dat betekent een kleurrijk geheel. Natuurlijk is het beeld op deze huisjes in allerlei kleuren vanaf het strand al een lust voor het oog. Vergeet echter niet om ook gewoon een steegje in te lopen, want achter deze eerste aanblik kom je in een dorpje op zichzelf terecht.

Smalle steegjes, pleintjes en overal wapperende wasgoed en dat alles tegen een kleurrijke achtergrond. Wij vonden het in ieder geval één van de mooiste dorpjes waar we ooit zijn geweest in Spanje.

De watervallen van Algar

Zodra ik weet dat in de directe nabijheid watervallen zijn, dan moet ik ze in het echt gaan zien. Ook aan de Costa Blanca zijn ze en wel in het achterland van Benidorm bij het dorpje Algar. Volledig toegerust op het toerisme, maar buiten het hoogseizoen om heb je het gevoel dat je het dorpje en de watervallen voor jezelf hebt.

De wandeling door het watervallenpark is niet lang, maar is absoluut een aanrader als je net als ik gek bent op watervallen.

De volkswijk Santa Cruz in Alicante

Steeds vaker laten we grote steden links liggen, maar af en toe maken we toch een uitzondering. Zeker als we weten dat een stad een historische centrum heeft of zoals in het geval van Alicante een volksbuurt die door toeristen nog niet massaal wordt bezocht.

Zo kwamen we in Alicante eigenlijk niet verder dan de wijk van Santa Cruz, een gezellig volksbuurtje met opnieuw een wirwar aan steegjes en witte huisjes. Ik hou ervan om hier door heen te struinen en steeds weer nieuwe dingen te ontdekken. Achter elk steegje zie je weer iets nieuws, het ene nog mooier dan het andere.

Het kasteel van Guadalest

Letterlijk een hoogtepunt, want de rit naar dit kleine bergdorpje is al een beleving op zich, maar eenmaal naar boven geklommen, krijg je de beloning die de moeite waard is. Van het oorspronkelijke kasteel is niet veel meer te zien behalve dan de klokkentoren, maar het uitzicht maakt het allemaal goed. Zowel op de restanten van het kasteel, maar ook zeker op het stuwmeer met zijn opvallende kleur.

Het voormalige pirateneiland Tabarca

Het kleinst bewoonde eiland van Spanje ligt voor de kust van Alicante en dat konden we natuurlijk niet aan onze neus voorbij laten gaan. Dus boekten we tickets voor de overtocht met een watertaxi en gingen we op ontdekking op dit eiland. Eerlijkheidshalve moet ik zeggen dat er op zich niet veel meer valt te zien van het piratenverleden, maar rondstruinen door dit soort straatjes zorgt bij mij in ieder geval voor een brede glimlach!

Het eiland is niet groot, zo’n 1400 meter lang en 800 meter breed, vervoer is er niet, dus al lopend verken je het eiland. Ook wij liepen een rondje over het eiland, namen een kijkje bij de verschillende kliffen, maar waren het meest onder de indruk van het dorpje op zich. Nu leek het nog vrij verlaten, maar in de zomermaanden wemelt het hier van de toeristen en zitten de vele terrasjes gezellig vol.

Het lekkere eten

Bij vakantie hoort voor ons ook lekker eten en daarvoor ben je in Spanje op het juiste adres. Heerlijke tapas, paella en veel vlees en vis. Ook de verse jus d’orange smaakt onder de Spaanse zon een stuk lekkerder dan thuis, al was het alleen al vanwege de kwaliteit van het Spaanse fruit. Nog nooit zagen we zoveel sinaasappelenbomen als aan de Costa Blanca.

Het was in ieder geval voor ons elke dag weer een perfecte afsluiting.

Welk uitstapje lijkt jou het leukste om te doen?